Opinie

Hanna Luden – Hoe Dimitri Verhulst een karikatuur maakt van ‘de Jood’

02-08-2019 11:45

“Omdat God zo Zijn lievelingen heeft en Zijn uitverkorenen hun privileges horen te hebben, werden in 1948 de Palestijnen uit hun woonplaatsen verdreven ten gunste van Gods dotjes”, schreef Dimitri Verhulst onlangs in De Morgen. Ja, en die gaf hij als teken van liefde de Sjoa en andere ‘ervaringen’ waar de Joodse geschiedenis mee doordrenkt is.

Hij schonk hen de neus, zoals de heer Verhulst zo fijntjes schrijft. Een metaforische neus wel te verstaan, die mensen als Verhulst houvast biedt voor hun stigmatiserende denkbeelden en in staat stelt weer een karikatuur te maken van ‘de Jood’. Want Joden zijn genetisch zeer verschillend: inclusief verschillende neuzen, zowel letterlijk als figuurlijk. Een ding hebben Joden gemeen: ze zijn het lijdend voorwerp van antisemitisme, onafhankelijk van hoe zij eruitzien, wat ze geloven en wat hun politieke mening, vermogen, beroep of wat dan ook is.

Ook de Palestijnen als buren kan men niet echt een geschenk uit de hemel noemen, overigens. Stel dat Israël buren had die niet uit waren op vernietiging, maar zouden streven naar het opbouwen van een eigen samenleving en het zoeken naar manieren om zij aan zij een betere wereld te bouwen in het Heilige Land. Stel dat Israël buren had die – in plaats van de slachtofferrol aan te nemen –  in een van de mooiste stukken op aarde een bloeiende economie hadden weten op te bouwen.

Let wel: ook veel van de mensen die zich Palestijn noemen, hebben hun wortels elders. Hun voorouders kwamen er om een beter leven voor zichzelf en hun kinderen op te bouwen. Toen de Britten Palestina op het Ottomaanse Rijk hadden veroverd en daar een passage naar India begonnen aan te leggen, met Haifa als centrale haven, kwamen velen naar het gebied. Uit andere delen van het land, maar ook uit Beiroet, Damascus en Basra, uit Rusland en andere Europese landen. Joden, christenen, moslims, Arabieren, Armeniërs, Duitsers… Dat was het echte begin van de bevolkingsgroei in het Heilige Land, dat destijds een uithoek was waar vooral evangelische christenen uit Duitsland en Amerika en Joden die probeerden te vluchten voor pogroms naar toe kwamen.

Zoals in veel plaatsen, trok ook de economische groei in Brits Palestina velen. De geschiedenis heeft deze bevolkingssamenstelling sinds de jaren 20 sterk doen veranderen. Daar zijn allerlei oorzaken voor te noemen. De geschiedenis zette meerdere actoren in, die stuk voor stuk een rol hebben gespeeld bij het creëren van de huidige situatie: binnen en buiten de ‘grenzen’ van het Heilige Land, zelfs buiten  het Midden Oosten. Al deze actoren – lang niet allemaal Joods – droegen en dragen bij aan de huidige situatie.

“Israëlische kogels kennen geen tien geboden”, beweert Verhulst. Is dit niet het geval bij alle kogels? Palestijnse, Nederlandse, zelfs Belgische kogels?

En ja: ook ik heb medelijden met de Palestijnen. Ik gun ze een eigen staat met een verantwoordelijk leiderschap. Een goed, vrij leven en vooral geen doden door oorlog en geweld. Dat gun ik overigens niet alleen de Palestijnen, dat gun ik ieder volk en ieder mens op deze aarde. Maar daarvoor is helaas meer nodig dan haatzaaiende, ophitsende, demoniserende woorden tegen Israël. Geen enkel land ter wereld heeft ‘oorspronkelijke bewoners’. De geschiedenis van Europa kent niets anders dan invasies en volksverhuizingen. In het bijzonder noem ik de periode 1946-1955, de periode waarin het Palestijnse vluchtelingschap is gecreëerd. In tegenstelling tot andere vluchtelingensituaties is deze nooit opgelost.

Ook in ‘de nieuwe wereld’ hebben ‘landpikkers’ zich schuldig gemaakt aan het uitmoorden van heel veel ‘oorspronkelijke bewoners’. Hun land is een ‘gestolen land’. Dit zeg ik niet met vreugde, maar met een realistische blik.

De meeste huidige inwoners van Israël hebben geen ander heenkomen. De plekken waar zij ‘oorspronkelijke inwoners’ waren zijn al lang vergeven en ze hebben nergens anders om heen te gaan. Natuurlijk vechten ze voor hun land! Natuurlijk verdedigen zij hun kinderen en hun huizen. Maar dat legt hen tegelijk ook een plicht op: een plicht die ze met hun buren en de rest van de wereld delen, om te zorgen voor een goed, veilig leven. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor hun (Palestijnse) buren. Dit is geen eenrichtingsverkeer. De verantwoordelijkheid ligt bij alle partijen, en ook derden. Dit geldt overigens ook in vele andere hoeken van de wereld, waar de situatie veel schrijnender is en waar het aantal slachtoffers veel hoger ligt, maar waar de aandacht van ‘de wereld’ en in het bijzonder van de heer Verhulst niet op gericht wordt. Is dit omdat ze niet uitverkoren zijn?